In het landschap van Sint Geertruid tekent zich een markante hoekpunt af bekend onder de naam “De Kaap”. Het is een oud hoogterrasplateau dat aan een kant begrensd wordt door een steil en diep droogdal en aan de andere kant door een steile helling naar het middenterras. Op het plateau ligt een metersdik pakket löss uit de laatste en voorlaatste ijstijd. (130.000 jaar v.Chr en vroeger). Onder dit lösspakket ligt een grindpakket dat is afgezet door de rivier de Maas waarvan de bedding toen meer naar het oosten lag. Onder het grind pakket bevindt zich de kalksteen van de Formatie van Maastricht (Maastrichtien).
De kaap gezien vanaf hoeve Lichtenberg
Door solifluctie of bodemvloeiing is aan de randen van het hoekpunt weinig löss aanwezig en dagzomen de oude Maasgrinden. Tussen deze Maasgrinden bevinden en bevonden zich zeer oude artefacten gemaakt van vuursteen. Deze artefacten zijn vaak te herkennen aan een witte patina met een soort vermicellipatroon erin, ontstaan door eeuwenlange bodem- en elementen inwerking. De echte oude werktuigen en afslagen van deze plek dateren uit de periode van de Neanderthaler, het Midden-Paleolithicum dus. Reden waarom naast het onderzoek naar vroege bewoning op de Kaap behorende bij de vuursteenmijn door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2011 een kleiner onderzoek werd opgezet, gericht op het inwinnen van meer informatie over midden-paleolithische bewoning. Er werd een sleuf gegraven van 5 bij 10 meter en 4,5 meter diep. De profielwanden van de sleuf werden schoongemaakt, gedocumenteerd en bemonsterd. Tijdens de documentatie werden op een diepte van 3,6 meter drie vuurstenen artefacten aangetroffen. Op basis van hun morfologische (vorm) kenmerken konden de drie artefacten worden toegewezen aan het midden-paleolithicum.
opgravingsput