In prehistorische tijden (de steentijd) maakten mensen zoals de neanderthalers en de cro-magnonmens stenen gebruiksvoorwerpen, zoals schrapers, pijlpunten, bijlen en klingen, bij voorkeur van dit materiaal.
Aan de mate van verfijning van het product en de gebruikte technieken kan vrij nauwkeurig worden geschat hoe oud het voorwerp is. Omdat dergelijke gebruiksvoorwerpen in tegenstelling tot menselijk en dierlijk weefsel, hout en textiel niet vergaan, zijn ze naast al dan niet bewerkte botten en potscherven, vrijwel de enige sporen die we hebben van de prehistorische mens.